Een aanvraag tot retroactieve thuisbewaring van één of meer asurnen uit een niet-geconcedeerd perceel, niet-geconcedeerde nis of uit een meervoudige concessie in het columbarium of het urnenveld moet per overledene en schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden aangevraagd door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten in eerste graad, of, indien het om een minderjarige gaat, door de ouders of voogd.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de procedure van ontruiming van de niet-geconcedeerde graven loopt, tot zolang de termijn van de concessie loopt of tot zolang de procedure van de hernieuwing van de concessie loopt.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.