Indien je vaststelt dat je elektronische identiteitskaart (eID) defect is of een fout bevat, maak je een afspraak bij de dienst burgerzaken.
Wij controleren de kaart dan visueel en testen of het probleem zich ook stelt bij onze apparatuur.
Als we onregelmatigheden detecteren en er geen aanwijzingen zijn dat de kaart niet met voldoende zorg werd bijgehouden, stellen we een onderzoek in.
Heb je intussen je eID dringend nodig, dan kan er een andere aangevraagd worden via de spoedprocedure.
Indien na analyse blijkt dat het defect of de fout niet door jou veroorzaakt werd, zullen de kosten voor de aanmaak van de nieuwe kaart terugbetaald worden. Dat geldt ook voor de kosten voor de spoedprocedure, op voorwaarde dat je de noodzaak van de spoedprocedure kan aantonen aan de hand van de nodige bewijsstukken.
Wanneer na de analyse blijkt dat de kaart defect is door onachtzaam gebruik, krijg je geen geld terug.