Het slachten van dieren mag niet zomaar gebeuren. Wie een slachting thuis of in het slachthuis plant, moet over een registratienummer beschikken. Dit kan over verschillende diersoorten gaan (runderen, varkens, schapen, geiten, paarden). Bij het gemeentebestuur kan je dat nummer aanvragen. Het nummer heb je nodig voor gelijk welke slachting.
Als je als Avelgemnaar thuis een slachting plant, moet je hiervoor twee dagen voor de slachting een aanvraag doen bij de dienst burgerzaken. Doe je een aangifte van de slachting, dan heb je een beslagnummer nodig. Het gemeentebestuur geeft je de toelating mee. De aanvrager moet de aanvraag bewaren voor een eventuele controle.
De aangifte van een particuliere slachting moet persoonlijk gedaan worden door de eigenaar van het dier in de gemeente waar hij woont, op voorleggen van de identiteitskaart.
Het aangiftebewijs moet, naargelang de plaats van de slachting, ofwel bij de particulier thuis, ofwel in het slachthuis bewaard blijven tot op het einde van het jaar volgend op dat van de slachting.